PRAKTIJK VIZIER VOOR PEDAGOGISCHE PSYCHOLOGISCHE HULP VOOR KIND JEUGD EN VOLWASSENEN
  • Home
  • Onderzoek en Behandeling
    • EMDR
    • Hypnotherapie
    • Dyslexie
    • Dyscalculie
    • Cognitieve Gedragstherapie
    • Intelligentie
    • Faalangst en Zelfvertrouwen
    • Aandacht, concentratie en geheugen
  • Informatie
    • Privacyverklaring AVG
    • Wat is een Orthopedagoog Generalist?
    • Missie en Visie
    • Klachtenregeling
    • Beroepscode
  • Aanmelding en Vergoeding
  • Contact

Dyslexie

Foto
Dyslexie uit zich bij een grote groep kinderen in problemen met het leren lezen en spellen op woordniveau. Bij sommige kinderen is dat al meteen in groep 3 van de basisschool duidelijk. Ze hebben moeite met het leren van de letters en klanken, leren niet vloeiend lezen, lezen trager en moeten er veel energie in steken. Verder hebben ze moeite met dictees en schrijven in eigen werk veel fouten. Al snel bouwen ze een achterstand op. Bij een andere groep kinderen komt Dyslexie pas tot uiting op het voortgezet onderwijs wanneer ze Engels, Frans en Duits moeten leren. Ook het  leren voor toetsen, waarbij ze grote stukken tekst moeten lezen, levert problemen op. Om Dyslexie vast te stellen moet het kind worden getest door een deskundige. Vaak is dat een orthopedagoog. Deze kan de diagnose stellen, advies geven voor begeleiding en een Dyslexieverklaring afgeven. Op het Voortgezet onderwijs geeft zo’n verklaring recht op allerlei faciliteiten, zoals een soepele beoordeling van spelfouten, meer tijd voor toetsen en examens, gebruik van speciale software op de computer, e.d.  De (ICT-)hulpmiddelen moeten genoemd worden in de verklaring. Ook kunnen scholen zelf een aantal voorzieningen en hulpmiddelen toestaan.

Standaardfaciliteiten zijn:
•verlenging van examentijd (met hoogstens 30 minuten)
•vergroting lettertype van de opgaven (hoewel diverse deskundigen het nut hiervan betwijfelen)

Dyslexie betekent letterlijk: niet kunnen lezen. Bij dyslexie gaat lezen, spellen en ook zelf schrijven, gezien de leeftijd en het onderwijsniveau, veel te moeizaam, terwijl iemand wel een gemiddelde intelligentie heeft. Er is alleen sprake van dyslexie als er geen andere oorzaken zijn die de leesproblemen kunnen verklaren. Bij dyslexie kunnen zowel lees- als spellingsproblemen voorkomen, maar deze komen ook los van elkaar voor.

Signalen voor dyslexie in groep 3 kunnen zijn:

•lang spellend lezen of vroeg radend lezen
•moeite met aandacht voor verbale informatie
•moeite om het verschil te horen tussen klanken als m en n, t en k, ba en da, met ritme, klemtoon en de betekenis van woorden
•moeite om verschil te zien tussen bijvoorbeeld p en q, b en d, en met volgorde in woorden (zodat omkeringen en weglatingen het gevolg zijn)
•moeite met het inprenten van reeksen (bijv. tafels), met het onthouden van woordcombinaties, uitdrukkingen en gezegdes

Signalen voor dyslexie in groep 4 kunnen zijn:

•een hekel aan hardop lezen
•lang spellend lezen
•veel radend lezen
•vaak struikelen bij het lezen
•vaak een woord overslaan
•delen van woorden weglaten
•woorden die hetzelfde klinken door elkaar halen
•een groeiend verschil tussen het leesvermogen en het vermogen een verhaal te begrijpen

Signalen bovenbouw basisonderwijs

In de bovenbouw van de basisschool is het leesonderwijs erop gericht om leerlingen steeds meer woorden te leren lezen, steeds zelfstandiger te maken en door middel van lezen informatie op te laten doen en hun kennis uit te breiden. De signalen van dyslexie in de bovenbouw zijn te merken aan een toenemende weerstand tegen leestaken en/of toenemende faalangst en kenmerken die opvallen bij a) het hardop lezen, b) de spelling, c) het schrijven en d) taken die te maken hebben met snel benoemen en/of de belasting van het verbale korte termijn geheugen.

a bij hardop lezen valt op dat de leerling:
•te traag leest
•veel spellend leest
•veel fouten maakt door het raden van woorden
•een grote weerstand en/of faalangst tegen leesbeurten ontwikkelt

b: bij de spelling valt op dat de leerling:
•veel spellingsfouten maakt bij vrije schrijfopdrachten
•vaak fonetisch spelt (letterlijk opschrijft wat hij hoort)
•de spellingsregels slecht onthoudt
•zichzelf niet of nauwelijks corrigeert

c: bij het schrijven valt op dat de leerling:
•een traag schrijftempo heeft
•vaak een onleesbaar schrift heeft met veel doorhalingen (hoeft niet door een motorisch probleem te komen)

d bij het snel benoemen valt op dat de leerling:
•problemen heeft met het onthouden van namen of het ophalen van namen uit het geheugen, bijvoorbeeld bij vakken als geschiedenis en topografie.

Meer informatie over Dyslexie is te lezen op de website van Balans Digitaal.










DISCLAIMER
© COPYRIGHT 2015