Dyscalculie

We spreken van Dyscalculie als kinderen een hardnekkig probleem hebben met het leren van rekenen en wiskunde. Het vlot oproepen en toepassen van rekenkennis en wiskundekennis lukt niet. Vaak is het basisrekenen (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen) niet geautomatiseerd. Eenvoudige sommetjes worden b.v. nog steeds op de vingers uitgerekend; het kind gebruikt niet de juiste strategie om sommen op te lossen; tijdens het maken van de som wordt een onderdeel vergeten, het kind mist het inzicht in de opgave en weet niet wat het moet doen. De eerste tekenen van deze stoornis komen vaak al in groep 1 en 2 van de basisschool aan het licht. Een orthopedagoog kan een onderzoek doen naar de aard en de ernst van de rekenproblemen, vervolgens een advies geven voor begeleiding en een Dyscalculieverklaring afgeven. Dyscalculie komt soms voor in combinatie met andere stoornissen, zoals Dyslexie of AD(H)D. Een leerling met dyscalculie kan op grond van artikel 55 van het Eindexamenbesluit in aanmerking komen voor 30 minuten extra tijd bij de centrale eindexamens. De leerling moet hiervoor in het bezit zijn van een deskundigenverklaring, opgesteld door een orthopedagoog of psycholoog. Zie Aangepast eindexamen bij dyscalculia op de website van Balans.
Wat valt o.a. op in het rekengedrag:
• Zwak in het ophalen van rekenfeiten uit het geheugen
• Tot op late leeftijd gebruik van telrijen en vingertellen bij eenvoudige sommen
• Opgaven in verhaaltjessommen niet kunnen oplossen
• De draad kwijtraken bij complexe opgaven waarbij tussenstappen nodig zijn
• Problemen met de kennis van eenvoudige telrijen en de ordening van getallen
• Problemen met het herkennen van rekenkundige symbolen
• Moeite met het adequaat opstellen en groeperen van getallen bij berekeningen
• Moeite met het vlot oplossen en blijvende traagheid
Bij kinderen met ernstige rekenproblemen of dyscalculie zien we vaak:
• faalangst en verminderde competentiebeleving
• weinig geloof in eigen kunnen en een laag zelfbeeld
• negatief gedachtepatroon t.a.v. rekenen
• inadequate copingstrategieën
Rekenproblemen en dyscalculie komen zelden alleen voor. We zien het vaak samengaan met:
• Lees- en spellingproblemen / dyslexie
• AD(H)D
• Autisme
• Angststoornissen
Ga voor meer informatie naar de site van Balans
Wat valt o.a. op in het rekengedrag:
• Zwak in het ophalen van rekenfeiten uit het geheugen
• Tot op late leeftijd gebruik van telrijen en vingertellen bij eenvoudige sommen
• Opgaven in verhaaltjessommen niet kunnen oplossen
• De draad kwijtraken bij complexe opgaven waarbij tussenstappen nodig zijn
• Problemen met de kennis van eenvoudige telrijen en de ordening van getallen
• Problemen met het herkennen van rekenkundige symbolen
• Moeite met het adequaat opstellen en groeperen van getallen bij berekeningen
• Moeite met het vlot oplossen en blijvende traagheid
Bij kinderen met ernstige rekenproblemen of dyscalculie zien we vaak:
• faalangst en verminderde competentiebeleving
• weinig geloof in eigen kunnen en een laag zelfbeeld
• negatief gedachtepatroon t.a.v. rekenen
• inadequate copingstrategieën
Rekenproblemen en dyscalculie komen zelden alleen voor. We zien het vaak samengaan met:
• Lees- en spellingproblemen / dyslexie
• AD(H)D
• Autisme
• Angststoornissen
Ga voor meer informatie naar de site van Balans